donderdag 5 november 2015

Mijn Heimat

Ondertussen ben ik al drie weken terug thuis in België en het doet best wel deugd om de familie en vrienden terug te zien. Als ik met de fiets door het centrum van Brugge rijd, dan valt me meer dan gewoonlijk op hoe mooi de stad eigenlijk is en hoe speciaal dergelijke oude gebouwen en de architectuur zijn in de wereld. Toen ik een foto van de markt naar mijn vrienden in Bali stuurde, waren ze verwonderd dat dit echt bestond en niet zomaar uit een film kwam. Daarop stuurden zij mij echter een snapshot van een prachtige zonsondergang op Jimbaran Beach en een open gehakte kokosnoot… Over twee verschillende werelden gesproken J

Dat ik het typisch Belgische weertje even vergeten was, bleek toen ik toekwam in Brugge op een dinsdagmiddag met mijn teenslippers, T-shirt en korte broek. Het regende lichtjes, het was 13 graden en er stond een fris windje... Het was bibberen. Ik was al meer dan 24u onderweg en wanneer de bus ook nog een tijdje op zich liet wachten, dacht ik melancholisch toch een eerste keer aan het zonnetje in Bali. Niet dat de bussen daar op tijd komen (als er al rijden), maar wachten in het zonnetje is toch net iets aangenamer.

Tijdens mijn verblijf in België werk ik gewoon verder voor Indonesia Holidays DMC tijdens de normale werkuren. Het enige verschil is dat ik geen 24/7 nummer meer ben (de kosten zouden wel hoog oplopen anders). Aanvragen, nieuwsbrieven, wat projecten, bezoeken aan enkele partners in België en Nederland en dergelijke meer. Het is interessant om eens de mensen te zien die aan de andere kant van het mailtje zitten. Ook heb ik zo’n blitsbezoeken eens ervaren en heb ik enkele interessante vragen gekregen van de partners. Het draagt allemaal bij tot mijn kennispakket. Het werkleven gaat dus ook hier gewoon door. En dat is maar goed ook!

De eerste week heb ik alles gegeten wat ik miste: lekker brood, chocopasta, kaas, frieten met stoofvleessaus, Quick, lasagne, goeie pizza, een deftige biefstuk, ribbetje à volonté, aardappelen… Het was een waar festijn! Natuurlijk hoort er daar af en toe eens een enkel streekbiertje bij om de smaakpapillen te kickstarten. De kalmte op de wegen, de mogelijkheid om rustig rond te fietsen, de cafeetjes met muziek op de achtergrond zodat de mensen gewoon kunnen praten… Het is best OK hier in de Lage Landen! Al begin ik na drie weken ook een beetje het leven in Bali te missen. Lekker weertje, ’s avonds op het strand naar de zonsondergang kijken, de mogelijkheid om te duiken, nieuwe ontdekkingen… Ja, ook dat is best aangenaam. Waren de vliegtuigtickets niet zo prijzig, dan ging ik tweemaandelijks op en af.


Ik heb me gemakkelijk terug aangepast aan het leven in België en zat al meteen in een ritme. Toen ik dinsdag toekwam had ik ’s avonds reeds een spaghettiavond (wekelijks onder de vrienden) waar ik een groot deel van de groep al terugzag. Het ging er gewoon aan toe zoals acht maand eerder.

woensdag 14 oktober 2015

Back in Action

Gegroet aan alle lezers

Het is alweer een tijdje geleden dat ik hier nog wat gepost heb en dat had zo zijn redenen. Het drukke hoogseizoen is net achter de rug, de nieuwsbrieven vliegen weer maandelijks de deur uit en ook mijn blog zal regelmatig geüpdatet worden met mijn ervaringen en belevenissen. Er zijn de afgelopen maanden natuurlijk heel wat zaken de revue gepasseerd, het ene als wat aangenamer dan het andere. Hieronder volgt een korte bloemlezing van de afgelopen maanden:

24/7


Zoals sommigen onder jullie misschien weten, ben ik gebombardeerd tot 24/7 noodnummer (NL, ENG en FR). Dit houdt in dat ik wat meer telefoontjes krijg, bijleer over mogelijke problemen en hoe ze op te lossen, in contact kom te staan met de klanten… Maar ook dat ik constant bereikbaar moet zijn en soms een activiteit aan me moet laten voorbijgaan om iets op te lossen.

Vooral in juli was het even alle hens aan dek. In Oost-Java besloot de Raung Vulkaan even zijn duivels te ontbinden en spuwde ze gedurende enkele weken tonnen as de atmosfeer in. Op zich geen probleem voor ons, aangezien deze vulkaan een eindje van Bali ligt. Helaas besloot de wind op sommige dagen boeman te spelen door de gigantische aswolk richting Bali te blazen, waardoor de Ngurah Rai luchthaven gedwongen werd af en toe te sluiten. Soms zelfs voor een hele dag! Het was een erg chaotische periode, want correcte, actuele informatie over de situatie is in Indonesië vaak moeilijk voor handen. Natuurlijk stak de wet van Murphy hier zijn kop boven water, want tijdens de volledige sluiting van de luchthaven hadden we net onze meeste arrivals uit Europa voor de maand juli. U voelt het al aankomen: Vluchten werden gecanceld, klanten konden niet naar huis vertrekken, anderen waren gestrand in Singapore, Doha of Kuala Lumpur, reisagenten vanuit Europa belden en mailden voor een goede communicatie omtrent de situatie… Drukke tijden. 

De Raung Vulkaan in actie

Vooral de onvoorspelbare nachtelijke aankomsten van sommige vliegtuigen zorgde ervoor dat ik midden in de nacht (soms meerdere malen per nacht) werd opgebeld door een klant die opeens in de luchthaven stond. Omdat de vluchten niet te volgen waren en vaak heel wat uren vertraging hadden, was het ook erg moeilijk (zelfs onmogelijk) om gidsen en chauffeurs in te zetten. Het team stond 24/7 standby. Een vermoeiend moment, die af en toe herhaald werd als de luchthaven in de weken daarop weer even sloot door de veranderende windrichting. Al bij al is alles goed opgelost geweest en hebben ze de storm goed doorstaan. Voor mij was het weer eens iets anders en een herinnering dat de toeristische sector nooit stilzit.

Werkleven


Verder ging alles zijn gangetje. Quasi dagelijkse taken zoals de welkomsbrieven maken, departure letters naar de hotels rondsturen, enkele documenten vertalen, telefoontjes opnemen en dergelijke meer werden afgewisseld met het maken van programma’s voor nieuwe aanvragen, hotelcontracten navragen, de nieuwsbrief opstellen en af en toe eens een volledig andere taak. Ondertussen bleef ik de situatie van de luchthaven monitoren via verschillende kanalen, maar de meeste informatie kwam nog steeds via een bevriende contact van een collega in de airport. Een inside man is hier enorm belangrijk als je min of meer correcte informatie wil ontvangen.
Het einde van augustus was iets rustiger, wat me de mogelijkheid gaf af en toe eens te ontspannen en te genieten van het eiland. Ik had wat meer tijd om bepaalde zaken op punt te stellen en wat persoonlijke items op de kaart te zetten. Ik heb natuurlijk ook hobby’s hier J

Nog een groep


In september volgde ik wederom een groep mee voor een Java – Bali trip. Ik ben een dag eerder naar Jakarta getrokken om deze metropool ook eens te beleven en heb er onder andere de Monas Toren bezocht en het het Fatahillaplein met het alomgekende Cafe Batavia. Jakarta is groot, enorm druk en erg vervuild. Toch blijven meer en meer mensen van over heel Indonesië hier toestromen, omdat de stad het economische hart is van het land, vol kansen en dromen. Dit uit zich in een uitzichtloze verkeerssituatie en honderdduizenden scooters die toch maar proberen in het kleinste gaatje te duiken om zich door het verkeer te worstelen. Ik was al het één en ander gewend op vlak van verkeersellende door mijn periode in China en Zuid-Bali, maar dit was gewoon pure chaos. Daarnaast heb ik helaas het bekende Jakarta Belly syndroom opgelopen. Iets verkeerd gegeten en daarom een drietal dagen lang ernstige buikkrampen mogen trotseren… Geen topbegin van mijn trip met de groep, maar ik kon mijn taken gewoon normaal uitvoeren.

In het vernieuwde Wayang poppen museum

Grafsteen uit de oude doos

Monas Toren (Monumen Nasional)
Net zoals elke andere groep die ik heb moeten volgen, was ook deze groep weer een beetje anders. De mensen kenden elkaar niet en er was geen reisleider mee. Daarom werd mijn taak als Quality Controller een beetje uitgebreid. Ik was geen reisleider, maar eerder een erg beperkte reisbegeleider. Ik was er voor de mensen om te luisteren naar vragen, problemen of opmerkingen en deze dan zo goed als mogelijk te beantwoorden. Het is me nadien echter wederom opgevallen dat - ondanks alle aanmoedigingen om mij op het moment zelf aan te spreken bij kleine of grote ongemakken - veel mensen er nog steeds voor opteren om niets te zeggen, om dan achterna alles toch maar even te vermelden. Vreemd, want na de feiten kan ik niets meer doen om eventuele ongemakken of problemen meteen op te lossen. Ik moet nog eens nadenken over manieren om de mensen duidelijk te maken dat vijgen na Pasen niet meer even zoet smaken.

Bij deze groep zat een koppel die er vanaf dag één al geen zin in bleek te hebben. Dit is de rest van de reis een doorn in mijn oog gebleken, want het is niet fijn als iemand dag in dag uit opmerkingen geeft, zucht, je scheef bekijkt en op andere manieren duidelijk laat blijken dat het hen om een of andere reden niet aanstaat. Als men goed genoeg zoekt, kan overal wel iets slechts gevonden worden en dat is precies wat deze mensen deden. Het leek wel een sport te zijn en ze waren zeer competitief ingesteld. Kalm blijven, de mensen iets proberen bijbrengen en je best doen om ze toch maar tevreden te stellen is dan de boodschap, maar dit vergt toch veel energie en in dit geval was het vechten tegen de bierkaai. Gelukkig was de rest van de groep een toffe bende die tijdens te trip niet moeilijk deed en echt wou genieten van al het moois dat ze te zien kregen.

De krater van Tangkuban Perahu

De befaamde Udjo Muziekschool

Een vinnige bidsprinkhaan

Natuurlijk zijn er bij elke dergelijke trip wel zaken die niet helemaal gaan zoals gepland. Daar moet dan ter plaatse snel een oplossing voor gevonden worden. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de rijstvelden van Jatiluwih op Bali. Op het moment van ons bezoek stond er namelijk niet erg veel rijst, maar vooral groenten op de velden. Dit komt omdat de grond af en toe moet kunnen rusten, zodat ze niet uitgeput geraakt. Dit is nu eenmaal de natuurlijke gang van zaken. We hebben dit opgelost door eerst even te stoppen voor een kleine wandeling bij naburige rijstvelden, die er op dat moment prachtig bijlagen. De ervaring van de gids is hier erg nuttig gebleken. Dit was dan wel een goede zet, maar helaas kunnen we ook niet altijd alles oplossen. Tot mijn verbazing onthouden vele mensen dan vaak het mindere en laten ze de vele goede ervaringen achterwege. Misschien (en ik hoop het voor die mensen) komen al deze zaken echter terug wanneer ze thuis de prachtige foto’s bekijken en nog eens stilstaan bij al het schoons dat ze gezien hebben.
Andere zaken zijn dan weer niet zomaar op te lossen. Denk maar aan het erg drukke verkeer in Bandung (zeker in het weekend!) of de ellenlange files in Zuid-Bali nabij Tanah Lot vanaf 16u30. Als het programma ons hierheen brengt, moeten we er met zijn allen gewoon door.

De trip duurde tien dagen en ik heb weer een aantal mooie zaken kunnen (her)bezoeken. Maar wat mij vooral bijblijft van deze groep is het feit dat ik nadien een envelopje kreeg met een kleine fooi van vrijwel alle koppels in de groep (op één koppel na). Niet het feit dat daar iets inzat, maar vooral het gevoel van appreciatie voor mijn inspanningen is erg fijn. Het zijn lange dagen voor iedereen, zeker met een druk programma zoals dit er eentje was en daarbij hoort niets vanzelfsprekend genomen te worden.

Ceremonie in de Ulun Danu tempel bij het Bratan Meer

De Vihara Buddha Tempel in Noord-Bali

Eén van de groepsleden was een begenadigd fotograaf

Eindelijk - na acht maand zoeken - een wilde python gespot

Mijn leven in Jimbaran


De afgelopen maanden verbleef ik in een ruime kamer in typisch Balinese stijl, gelegen in een erg rustig gebied in Jimbaran, Zuid-Bali. Hier ben ik ingetrokken nadat ik in mei een tweede groep had gevolgd en besloot niet meer in het grote, drukke Denpasar te wonen. Een goeie beslissing zo bleek, want ik leerde al snel enkele leuke mensen kennen en ik was er meer op mijn gemak. De stilte, de koele ligging van de kamer en de omgeving waren een welgekomen verademing. Ook is er tweemaal per week capoeira in een fitnesscentrum en er is een openluchtzwembad waar ik ’s avonds rustig want baantjes kan trekken. ’s Avonds na het werk (omstreeks 17u30) rijd ik vaak even naar Jimbaran Beach om er de mooie zonsondergang te bekijken en even uit te waaien. Een volledig ander leven dan in de hoofdstad, dat in ieder geval. Ik heb ook de kans gehad om eens één of enkele dagen door te brengen met vrienden die toevallig Bali bezochten. Na enkele maanden nog eens een bekend gezicht zien en alle sappige roddels en gekke verhalen horen over het thuisfront zijn natuurlijk altijd topmomentjes.

Zonsondergang op Jimbaran Beach

Zonsondergang op een klif tijdens de BBQ

Af en toe eens iets gaan eten of drinken met vrienden, een barbecue tijdens zonsondergang op de kliffen van Zuid-Bali, af en toe nog eens proberen surfen en soms een filmavond met projector organiseren… Hier heb ik een sociaal leven kunnen opbouwen. Ondertussen heb ik mijn stalen ros ingewisseld voor een scooter, waardoor ik tenminste de vrijheid heb om te gaan en staan waar ik wil.  Kortom, het leven is best goed op Bali.

Af en toe was er op rustige momenten ook eens tijd om te gaan duiken. Het onderwaterleven rondom Bali blijft me fascineren en er is altijd wel iets nieuws te vinden. Naarmate ik meer ervaring opdoe, spot ik ook zelf steeds meer klein, kleurrijk leven. Duiken wordt steeds leuker! Tijdens mijn eerste ‘vakantie’ sinds ik in Bali ben gearriveerd, ben ik van 1-5 september naar Maleisisch Borneo getrokken om te gaan duiken in het wereldvermaarde Sipadan. Een fantastische ervaring met talloze haaien (white tips, black tips, grey reef sharks en zelfs een hamerhaai!), ontelbare zeeschildpadden, een gigantische school barracuda’s en Jack fish… Ja, er viel heel wat te beleven en te zien daar. Hier heb ik ook de kaap van 50 duiken overschreden. Dat kan toch al tellen, niet?

Foto's voor iedereen:

Mezelf rechts onderaan en een passerende schildpad links

Eén van de talloze zeeschildpadden rondom Sipadan Island

Even poseren met een school barracuda's

Zweven in de 'Turtle Cave'

Een school barracuda's

Het militair bewaakte Sipadan

Een andere paradijseilandje

HAMERHAAI!

Roze 'Leaf Scorpion Fish'

Mijn tweede MOLA MOLA!

Eén van de vele soorten nudiebranch

'Blue Spotted Stingray'







maandag 22 juni 2015

Vrienden vs De Machtige Rinjani

Begin juni vertoefden twee vrienden op hun huwelijksreis in Indonesië. Vanzelfsprekend spraken we af om wat tijd vrijmaken om eens af te spreken en al gauw kwam het idee om samen de Rinjani Vulkaan in Lombok te beklimmen. Mijn werkgever liet me begaan en in ruil voor een product testing, een verslag, enkele mooie beelden en het regelen van een goede contract rate kreeg ik het vervoer en de trekking van het bedrijf. Een goede deal me dunkt.

Het was een leuk wederzien op de luchthaven van Denpasar met het pas getrouwde koppel. Het deed deugd om nog eens wat vrienden te zien na vijf maanden. We vlogen samen naar Mataram in Lombok, waar we opgewacht werden door de chauffeur van onze trekking organisatie. Er volgde nog een drie uur durende rit naar Senaru, waar we even moesten inchecken en dan naar ons hotel gebracht werden. Lekker eten, een babbeltje slaan en vroeg ons bedje in, want de volgende ochtend omstreeks 7u15 begonnen we aan het grote karwei. We registreerden ons bij de ingang van het Nationale Park en maakten kennis met onder gids en de drie dragers van dienst. Jonge gasten allemaal en de gids sprak een beetje Engels. Alles verdelen, rugzakje op de rug en vertrekken maar!

Het eerste deel van de trekking was niet al te stijl. Het landschap was prachtig en zag er constant anders uit door het schaduwspel gevormd door de zon en de wolken. Naarmate we verder klommen veranderde ook het landschap op zich, van grasvelden waar de koeien stonden te grazen over bosachtige stukken tot wat meer onherbergzaam terrein. Met regelmatige stops aan verschillende Pos (rustplaatsen) gingen we aan een deftig tempo vooruit richting de eerste kraterrand, waar we ook ons tentje zouden neerplanten. Regelmatig drinken, soms een koekje om wat suikers op te nemen, een lekkere mie goreng lunch… We bleven gaan. De laatste tweetal uur waren de zwaarste van de dag, gezien de steilheid en de striemende zon. Na ongeveer zes uur kwamen we eindelijk toe op onze overnachtingsplaats (op 2636m), waar de dragers onze tentjes hebben opgezet en zelfs een toilettentje hebben neergeplant. Het uitzicht over het meer was gewoonweg adembenemend! We zagen de top van Rinjani reeds verschijnen en het werd ons duidelijk dat we onze kuiten mochten insmeren voor de volgende dag. Het werd snel donker, dus maakten we een vuurtje. We aten een lekker curry met kip en genoten van het gezelschap en de extreem heldere sterrenhemel. Omstreeks 20u30 kropen we moe maar voldaan in onze tentjes voor een korte nacht.

En we zijn vertrokken voor drie dagen klimmen, dalen en glijden

Een welgekomen lunchpauze

Een eenzame boom in het uitgestrekte landschap

Het immer veranderende landschap

De eerste kraterrand met de top verscholen achter de wolk

Opstaan om 01u30 en nogmaals genieten van de sterrenhemel met een lichte snack en wat thee. We hebben een beetje kunnen slapen (de oordopjes hielpen wel) en waren relatief fris om aan de helse toch naar de top te beginnen. Zelf had ik geen zaklamp mee, dus ik moest wat profiteren van anderen hun licht. We zagen reeds een slang van lichtjes naar boven trekken richting de grote kraterrand en stonden te popelen om er zelf aan te beginnen, al was het maar omdat stilstaan in de koude wind geen pretje is. Op weg naar boven kwamen we vele mensen tegen en soms wat het even aanschuiven geblazen. Het is belangrijk dat iedereen op zijn/haar eigen tempo naar boven gaat om zichzelf niet op te blazen voor het moeilijkste gedeelte begint. Met momenten was het vrij frustrerend klimmen, gezien de ondergrond gewoon los zand was en we vaak een stap of twee naar beneden gleden als we onze stappen niet goed plaatsten. Toen we bij de kraterrand kwamen was het pad wat aangenamer en minder steil. Er was ook wat meer ruimte om mensen voorbij te steken en even uit te rusten, al stond er een erg scherpe en koude wind die ons het leven zuur maakte. Hoeveel we ook stapten, de top leek niet veel dichter te komen en het ergste gedeelte stond ons nog op te wachten…

De laatste honderden meter waren een ware lijdensweg voor iedereen daar aanwezig. Een striemende ijskoude wind, amper beschutting, een steile muur bedekt met een ondergrond lavagruis waar je letterlijk bijna elke twee stappen eentje naar beneden schoof (soms meerdere)… Het was echt afzien. Iedereen moest op zijn eigen tempo naar boven en het enige wat nu nog telde was die verdomde top bereiken. Langs de weg lagen mensen in een bolletje verscholen achter de schaarse rotsen om zich te verstoppen voor de genadeloze wind, anderen vloekten tegen de sterren op om toch maar vooruit te geraken en nog anderen werden met een touw door de gidsen naar boven getrokken. Alles wat hielp om vooruit te gaan was welkom. Na ongeveer 3.15 uur ploeteren kwam ik net op tijd voor de zonsopgang boven op de top van Rinjani (3726m). Slecht voorbereid als ik was had ik enkel een truitje mee (hier in Bali heb ik nu eenmaal niet anders), dus ik had het bijzonder koud. Gelukkig kwam de zon niet veel later piepen en kon ik me daaraan toch een beetje opwarmen, terwijl ik schuilde voor de wind achter grotere mensen. Een half uurtje later kwamen ook mijn vrienden toe en vol trots op deze overwinning keken we uit over de krater en het landschap boven de wolken. Gelukkig had mijn maat nog een extra windstopper, die ik vanaf toen niet meer heb afgestaan.

De krater met daarin een nieuw klein vulkaantje
Boven de wolken, gezien door een zonnebril
Trots poserend met het bordje 3726 meter: check!
Afdalen ging een stuk vlotter

Om maar even te tonen dat het wel degelijk steil was

De weg terug naar beneden ging een stuk sneller, maar was voor sommigen ook een heel lastige onderneming. Ik heb gemerkt dat je je lichaam gewoon moet laten gaan en niet teveel moet afremmen. Dit werkte althans voor mij. Na ongeveer twee uur dalen, met enkele erg lastige stukken, kwamen we weer aan bij onze tentjes, waar een lekker ontbijt ons stond op te wachten. Gebakken banaantjes, een omelet, wat fruit en thee. Dat en een uurtje rust, meer hadden we niet nodig. Tenten opruimen en op naar het kratermeer (Lake Segara Anak) dan maar. Na een dikke twee uur dalen kwamen we toen aan het meer en konden we onze spieren wat plezieren met een duik in de nabijgelegen zwavelrijke warmwaterbronnen. Een zalig momentje om even lekker uit te rusten na een erg lastige afdaling. Ondertussen werd voor ons een lekkere lunch klaargemaakt, die we met veel smaak opaten. Heel lang konden we echter niet genieten van onze rust, want er stond ons nog een drie uur durende klim te wachten naar de tweede kraterrand (Plawangan Senaru 2461m) aan de andere kant van onze eerste slaapplaats. Helaas stak bij de kersverse echtgenote een oud probleem aan de knie de kop op, maar ze heeft dapper doorgezet, nadat ze haar knie kon versterken met wat tape en verband. Tijdens dit laatste stuk werd er wel eens gezegd dat dit er misschien teveel aan was geweest, maar toen we na drie uur eindelijk onze bestemming bereikten en het uitzicht zagen, wisten we dat dit absoluut niet mocht ontbreken op onze trekking. Een prachtig uitzicht over de uitlopers van de vulkaan en een mooie zonsondergang hielpen de erg lange en zware dag verwerken. Ik had een flesje Duvel mee en we besloten deze met zijn drietjes tijdens de zonsondergang te nuttigen. Als dat geen prachtig einde van de dag is!

Lekker ontspannen in de warmwaterbron

De wolken spelend met de uitlopers van de Rinjani Vulkaan

Een mooie zonsondergang tijdens het avondmaal

En waarom geen Duveltje als kers op de taart...


Die nacht heb ik helemaal niet goed geslapen. Er was enorm veel wind en mijn tentje stond er met de zijkant in en was niet echt goed opgezet. Daarnaast was de rits van de ingang kapot en kon het tentje niet meer dicht. Er zat niets anders op dan mijn oordoppen diep in mijn gehoorgang te begraven en te hopen dat ik toch minstens enkele uurtjes zou kunnen slapen uit vermoeidheid. We werden gewekt om 07u00 en kregen een lekker kopje thee met een bananenpannekoek. Nadat onze tentjes opgeruimd waren, begon onze zes uur durende afdaling tot het dorpje Senaru, waar onze chauffeur ons stond op te wachten. De eerste twee uur van de afdaling waren nog vrij lastig vanwege de zanderige grond, maar daarna was het aangenaam afdalen op een redelijk deftig pad door het bos. We bereikten de ingang van het Rinjani Nationale Park en werden naar onze bagage gebracht in the trekking center van de organisatie. Daarna volgde een transfer van ongeveer anderhalf uur naar een klein haventje, waar een speedbootje mijn vriendschappen opwachtte om ze naar Gili Trawangan te brengen. Ikzelf verbleef een nachtje in Senggigi om de volgende morgen de fast boat richting Bali te nemen en naar huis terug te keren. Wat een avontuur, wat een tocht…

De tweede groep


Deze keer ging het om een groep van 28 personen uit het Vlaamse. Een hele hoop dus! Enkele delen van het programma komen overeen, dus daar zal ik niet verder op ingaan in deze entry. Op 6 mei vliegen naar Yogyakarta om de bus te inspecteren en ter plaatse te zien of alles OK is. De volgende dag ’s avonds komt de groep aan. Zorgen dat de kamersleutels en de kamerlijst opgehaald zijn en vooral maken dat ik op tijd in de luchthaven ben om de groep op te vangen. Met verve geslaagd! Een goed begin is het halve werk.

Op naar het hotel voor een late, maar lekkere maaltijd. De volgende dag vroeg uit de veren om de Borobudur en een alvast deeltje van Yogya te bezoeken. Alles rustig, alles goed. De dag nadien was het de beurt aan de rest van de culturele hoofdstad van Java en een bezoekje aan de dynamische Prambanan tempels, gevolgd door de transfer naar de luchthaven voor onze vlucht naar Makassar, Sulawesi! Een nieuw eiland om te ontdekken…

De danseressen van de Sultan van Yogyakarta

Uitleg in het Sultan Paleis

Diezelfde avond (ongeveer 1.5u later) landden we in Makassar waar we vol enthousiasme ontvangen werden door de plaatselijke Nederlandstalige gids. Een kort woordje uitleg en dan op naar het hotel voor het avondmaal. Ikzelf zocht ondertussen een hotelletje in de buurt om er de korte nacht door te brengen. Na een lange dag kroop ik voldaan mijn bedje in om de volgende dag weer fris aan de start te komen van een heuse marathonrit van Makassar naar het immer tot de verbeelding sprekende Torajaland in Centraal-Sulawesi. Het was natuurlijk geen ritje van A naar B, want dit zou iets teveel van het goede geweest zijn. Eerst bezochten we het Fort Rotterdam (uit de Hollandse koloniale periode) en de haven van Makassar met zijn alombekende Pinisi boten. Een mooi staaltje kolonialisme en wat aloude kunst van de rederij… een goed begin dus. We reisden in zes minibusjes speciaal gemaakt voor toeristen (vijf mensen per busje) om de trip zo comfortabel mogelijk te maken. Onderweg stopten we bij een lokaal fruitkraampje waar we enkele lekkere pomelo’s proefden en een kijkje mochten nemen in een lokaal huis. Daarna nog even doorrijden naar Parepare, waar we een smakelijke seafood lunch voorgeschoteld kregen. We waren nu al even over een derde van de rit. Tijdens elke stop gaf de gids ook een woordje uitleg over wat we onderweg gezien hebben en wat we nog zouden zien. Enkele toiletstops en heel wat kilometers later kwamen we ’s avonds eindelijk aan in het hotel in Rantepao, Torajaland. Een lekker buffet stond ons op te wachten en de klanten schoven vrijwel meteen aan tafel. Samen met de gids zocht ik eerst een geschikte plaats om de nacht door te brengen. Uiteraard weten die gidsen wel waar te gaan en na een maaltijd in een lokale warung gingen we naar onze guesthouse. De dag zat er op, tijd voor een dutje dus!

De geroemde Pinisi boten

Fort Rotterdam

Een typisch verhoogd huis die langs de hele kust te vinden is

Een hoopje smakelijke pomelo's

De komende twee dagen stonden ons fantastisch interessante momenten te wachten, gevuld met cultuur, natuur, authenticiteit en traditie. We bezoeken ’s morgens een Karbouw (waterbuffel) en zwijnenmarkt. Deze vindt slechts om de zes dagen plaats, dus we hebben wel wat geluk gehad dat we dit konden meemaken. Er waren verschillende prijscategorieën: er wordt gekeken naar de vorm van de horens, de grootte en vooral naar de kleur van de ogen. Er zijn namelijk waterbuffels met blauwe ogen (niet gezeverd) die meer kosten dan een nieuwe auto (ook niet gezeverd)! Deze waterbuffel worden enorm goed verzorgd tot hét moment is aangebroken dat ze geslacht worden als offer voor de overledene. Het is zo dat in Torajaland de overledene pas mag begraven worden als er genoeg buffels (en zwijnen) kunnen worden geslacht om het leven in het hiernamaals zo aangenaam mogelijk te maken. Hoe rijker de familie, hoe meer dieren er geslacht worden (tot wel 117 waterbuffels!). De dode wordt dus soms een lange tijd – tot enkele jaren – bij de familie gehouden tot er voldoende geld is verzameld om de begrafenisceremonie te laten doorgaan. Tot die tijd is die persoon niet dood, maar een ‘zieke’. Dit kan alvast tellen als binnenkomertje in de tradities van de Toraja. De gids had enkele mensen erop uitgestuurd om te zien of er nergens een dodenceremonie aan de gang was en ze hadden een familie gevonden die begonnen was aan dag één van de zeven volle ceremoniedagen. We hebben op de markt een varken aangeschaft met de groep en trokken vervolgens naar de dodenceremonie om er het varken als geschenk aan te bieden. We werden uitgenodigd om even in de VIP gastruimte plaats te nemen, alwaar een deel van de familie langskwam met koffie, thee, wat koekjes en de gebruikelijke sigaretten. Daarna werd het zwijn op een vredige manier geslacht, waarna het zou klaargemaakt worden en uitgedeeld aan de hele familie en de bezoekers.

Waterbuffel markt
Kijk eens diep in zijn blauwe ogen

De eerste dag van een weeklange dodenceremonie

Vervolgens trokken we naar een Torajadorp om de typische architectuur van de lokale bevolking te bewonderen. De typische daken werden vroeger gemaakt van bamboe, maar door de kost en de vele werkuren die hier inkruipen, zijn de mensen meer en meer over aan het stappen op golfplaten. Aan de voorkant hangen vele karbouwhoren, die het aantal dodenceremonies in de familie aanduiden (één hoorn is een ceremonie). Daarna trokken we richting een ander dorpje om de drie typische manier van begraven te bekijken: hangend boven de grond in de rotsen, in gaten in de rotsen of in betonnen gebouwen. Deze laatste is er vooral gekomen door de invloed van het christendom (de Torajanen zijn protestanten voor de wet). Familieleden worden in eenzelfde kist verzameld. Wanneer de kisten op de grond vallen en men niet meer weet tot welke kist de schedels en botten behoren, dan worden die gewoon bovenop een kist gezet. Dit is geen probleem, want de botten hebben een echte waarde meer voor de Torajanen. De houten poppen die ze maken (tau tau) zijn veel belangrijker en zijn de link met de overledene. Toen Sulewesi opkwam als toeristische bestemming hebben veel westerse toeristen deze poppen helaas gestolen om ze thuis ergens een plaatsje te geven. Nu is er constant bewaking om deze traditie toch in ere te houden.

Typische Toraja architectuur

De hangende kisten (die reeds naar beneden gevallen zijn)

De heilige tau tau poppen

Menhirs als grafstenen

Hoe hoger het graf, hoe rijker de familie

Een ander bezoek vandaag was aan een lokaal weeshuis, waar de kinderen – gekleed in traditionele kledij en spelend op traditionele bamboe blaasinstrumenten - ons met plezier onthaalden met een concertje. Het was een heel energetisch optreden en we werden uitgenodigd om te dansen en te springen met de kinderen. Een leuke manier om de dag af te sluiten dus! Op naar het hotel voor een aperitiefje, het avondmaal en ons bedje. Oja, die twee nachten bleef ik trouwens ook in het fijne hotel van de gasten slapen ;) Best aangenaam!
De volgende dag stond in het teken van prachtige natuur, een typische lekkere Toraja lunch en een demonstratie van een hanengevecht (zonder slachtoffers). Hier laat ik de foto’s voor zich spreken…

Sawas of rijstterrassen

Sawas of rijstterrassen

Prachtig panorama enkel te bereiken per minibus

De alomtegenwoordige waterbuffel

Uiteraard moet er ooit weer teruggekeerd worden naar huis, Bali. Na een lange rit terug naar Makassar was het tijd om in te checken, althans voor de groep. Ik bleef nog een dagje langer in Sulawesi om er het één en ander te bekijken en af te handelen. De groep werd die avond opgevangen door de plaatselijke Nederlandstalige gids en ik bleef achter met de vriendelijke gids in Makassar. Hij nodigde me uit bij hem thuis om kennis te maken met zijn vrouw en dochtertje en om samen iets te gaan eten. Een nachtje in een hotel om dan de volgende ochtend een erg leuke dagexcursie te testen op slechts een uurtje rijden van Makassar, namelijk een wandeling in het Bantimurung Nationale Park in Maros. Hier waren we onderweg ook gestopt met de groep om er de benen even te strekken met een korte wandeling. Enkele prachtige rijstvelden, paalwoningen en bizarre rotsformaties waren toen al te zien. Vandaag trokken we echter dieper het park in tussen de rijstvelden door, langs een tot voor kort afgesloten dorpje en tussen karststeen rotsen die door de wind tot hun vreemde en integrerende vormen gehouwen zijn op zoek naar de prehistorische muurschilderingen in één van de vele grotten in de regio. Er zijn in feite +100 grotten in het Nationale Park waar muurschilderingen te vinden zijn, maar de meeste zijn erg moeilijk te bereiken. De twee grootste met de mooiste tekeningen zijn ondertussen al geclaimd door de regering en hiervoor wordt tegenwoordig toegangsgeld gevraagd (en het is niet weinig). De grot die wij opzochten was echter openbaar en je kon er minstens twee handjes en enkele prehistorische vissen spotten. Daarna wachtte een lokale man (het dorpshoofd voor de gelegenheid) ons op met een houten kano voor de terugtocht via de mangrove en bamboebomen. Simpel, maar erg leuk en mooi. Hier kan men ook de uittocht van tienduizenden vleermuizen spotten die tegen het vallen van de avond hun grotten verlaten. De gids vertelde me dat de zwarte stroom wel een uur lang aanhield, ongetwijfeld een spectaculair zicht. Helaas moest ik mijn vlucht richting Denpasar halen en kon ik niet blijven voor dit natuurfenomeen. Een andere keer dan maar!

De weg naar het Nationale Park

Bizarre rotsformaties door de eeuwen heen gevormd

Er staat een paard in de gang

Prehistorisch handje

Prehistorische vis

Typische paalwoning van de lokale bevolking

Lekker rustig wonen hier

De avond valt over de rijstvelden van het Nationale Park

In Bali volgde de groep een beetje de gebruikelijke route, waarvan een heel deel al eerder aan bod kwamen. Voor dit deeltje vermeld ik even twee leuke activiteiten, namelijk: de dagtocht met de VW Classic Cars en het olifantenritje in Bali Zoo. We hebben de Oost-Bali toer beleefd in kolonne in kleurrijke Volkswagen Classics. Een erg fijne ervaring zeker en vast. Het dak kon zowel open als dicht, naargelang de wens van de klant. Per twee personen was een auto voorzien en zo reden we langs zigzaggende baantjes en langs prachtige uitzichten van de ene bezienswaardigheid naar de andere om dan uiteindelijk in Ubud aan te komen. Zeker een aanrader voor groepen en voor liefhebbers van old timers of een rustig ritje in Bali!
Het ritje van een half uurtje met de olifanten verliep vlotjes. Ik heb me laten vertellen door leden van de groep dat deze – wat betreft comfort - de meest aangename olifantentocht was die ze al hadden meegemaakt. Een dikke laag dekens tussen de draagstoel en de kolos zorgden ervoor dat de schokken goed werden opgevangen voor zowel het comfort van de passagier als van de olifant zelf. Er werd rekening gehouden met de grootte van de dieren (en de mensen) en het aantal toertjes die ze al gelopen hadden om te beslissen of er één of twee personen op zijn rug mochten klimmen. Dit is wel eens anders in andere landen… Het tochtje ging van de opstapplaats naar het olifanten verblijf, we gingen even door hun bad zonder nat te worden en keerden dan terug. Onderweg konden we onder andere genieten van een Orang Utang, die wat verdwaasd rond stond te gapen met zijn hoofd door een rubberen band. Verbazend hoeveel ze soms op mensen lijken… Een rustige afsluiter van de dag en zeker een aanrader voor wie eens dichtbij deze giganten wil komen, zonder daarvoor hele toeren te moeten uithalen en door rivieren te moeten ploeteren.

Zo leek het inderdaad te zijn voor de relaxte chauffeurs
VW Classics in kolonne naar Ubud

Even een badje nemen

Comfortabel zitten en gaan met die banaan
Ook bij deze groep heb ik weer heel wat bijgeleerd. Ik weet weer een beetje meer waar ik op moet letten en wat er allemaal mogelijks fout kan lopen. Daarnaast is elke groep anders en legt men andere accenten tijdens hun reis. Best moeilijk voor een gids om zich hieraan aan te passen en om iedereen tevreden te houden. Elke keer wordt mijn respect voor deze mensen groter. Ik was een beetje uitgeput na beide groepen, want als Quality Controller en vertegenwoordiger van je bedrijf moet je telkens vóór de gasten klaarstaan en kan je pas naar je hotel trekken nadat alle gasten tevreden naar hun kamer zijn teruggekeerd. Je bent ook het eerste aansprekingspunt in geval van kleine ongemakkelijkheden en dergelijke. Na deze lange dagen nog eens het één en ander bijhouden voor in het verslag en even uitblazen, dan kom je uit op korte nachten. Maar in ruil daarvoor heb ik natuurlijk erg veel gezien, lekker gegeten, contacten gelegd en veel ervaring opgedaan. Klinkt als een goede deal, niet?