Het Werkleven
De twee laatste
weken van maart was het vrij druk hier in Bali. Aanvragen kwamen binnen, hotels
moesten geboekt worden, vertalingen en promotie stonden ook op het lijstje...
En de nieuwsbrief (met aanbieding voor een Fam Trip) moest verstuurd worden. Telkens
ga ik een stapje verder om uiteindelijk onafhankelijk dossiers van A-Z af te
ronden. Daarnaast kwam onze Sales Manager voor de BE & NL markt samen met
zijn vrouw twee weken naar hier om het complete Bali programma te bezichtigen
en te beleven. Een deel van dit programma mocht ik bijwonen om het zelf eens
mee te maken en enkele hotels te inspecteren. Ook moest ik heel wat beelden
schieten voor een promotiefilmpje, die jullie zeker wel eens te zien zullen
krijgen wanneer die af is. Het was een aangename en gezellige trip, die me
nogmaals heeft duidelijk gemaakt dat Bali echt veel te bieden heeft. Zo heeft
ons interessante en unieke aanbod in West-Bali me enorm bekoord. Een tochtje in
het Nationale Park, snorkelen in de glasheldere wateren rond Menjangan Eiland,
verblijf in de villa’s aan het randje van de jungle... Een mooi pakketje. Vanaf
april kan men ook een tentovernachting boeken op een strandje in het Nationale
Park. Dit wil ik zeker en vast ook zelf eens uitproberen.
We deden onder
andere een fietstocht van ongeveer 25km in dalende lijn. ’s Morgens werden we
opgepikt aan het hotel in Ubud en naar Kintamani gebracht, waar we een lekker
en gezond ontbijt kregen met zicht op de machtige Batur Vulkaan en het meer. We
waren met een man of 10. Er volgde wat interessante informatie over het gebied
en de planning voor die dag werd uit de doeken gedaan. Na het ontbijt was het
nog een stukje rijden naar de vertrekplaats, waar onze stalen rossen ons
stonden op te wachten. Helm op, zonnemelk bij de hand en een lap bieftuk in de
broek. Tijd om te vertrekken! De tocht bracht ons langs typische dorpjes, waar
de kinderen ons vriendelijke ‘’Hello’s’’ toeriepen.
Een High Five hier en daar kon er ook wel vanaf. We hielden onder meer halt bij
een typisch Balinees huis, alwaar we een hele uitleg kregen over traditie en
cultuur, over werk en familie. We mochten zelfs eens gaan ruiken bij de
huisvarkens! Onderweg stopten we enkele malen langs de rijstvelden en bij een
gigantisch boom voor een gezond tussendoortje, een banaan in ons geval. Ook
deden we een plantage aan waar we informatie kregen over verschillende soorten
koffie, thee en kruiden. Per twee personen kregen we enkele kopjes met koffie-
en theesoorten, die we mochten testen. Daar zaten toch enkele speciale
proevertjes tussen... Wie wou kon ook een kopje Luwak koffie kopen voor 50.000
roepiah (de duurste koffie ter wereld, zo wordt gezegd). Deze koffie kan pas
gemaakt worden, nadat de boon door de maag van een bepaald dier gezuiverd is en
door ditzelfde dier terug uitgestoten is... Lekker! Op het einde van de rit was
er nog de mogelijkheid een extra stukje te fietsen, maar gezien we constant gedaald
hadden, ging die toer weer bergop. We hebben met zijn allen vriendelijk gepast
en repten ons naar het restaurant voor een lekkere buffet lunch. We waren nog
niet goed en wel binnen toen een tropische storm al zijn woede op ons richtte.
Gelukkige zaten we droog en wel te smikkelen met een biertje bij de hand.
Daarna werd iedereen terug bij het hotel afgezet. ’s Avonds hebben we gezellig
getafeld in een restaurant in Ubud. Een leuke en relaxte sfeer om even lekker
bij te kletsen en de werking van Indonesia Holidays DMC te bespreken.
Uitzicht op de Batur Vulkaan vanuit Kintamani |
De Bamboematten Dame |
Fietstoer gids en een vrolijk kind |
In het hotel in
Pemuteran heb ik ook even een kookles meegevolgd die onze European Manager en
zijn vrouw geboekt hadden. De veelheid aan geuren en kleuren die er aan te pas
kwamen, deed me ter plaatse watertanden. Er werd een vier gangen menu
klaargemaakt, die we natuurlijk achterna zelf mochten verorberen. Ik was
uitgenodigd door onze manager om mee te eten, want het ging een hele klus
worden om het allemaal op te krijgen. Uiteraard aanvaardde ik zonder twijfelen
het aanbod. Over lekker eten moet ik niet vaak twee keer nadenken. We begonnen
met wat Balinese cake (alles wat een zoet voorgerechtje of tussendoortje is,
wordt hier zo genoemd), gevolgd door een soort vegetarische loempiaatjes, een
erg lekkere curry met kip, hemelse sate lilit (sate met tonijn) en daarna nog
een pannenkoekje met kokos en palmsuiker (weer Balinese cake). Een Bintang
erbij en de sfeer kon niet meer stuk. Kortom: een erg lekkere maaltijd in een
rustige en groene omgeving.
De volgende dag
stonden de wandeling in het Nationale Park en het snorkelen rond Menjangan op
het programma. Hier had ik naar uitgekeken en de dag heeft me niet
teleurgesteld! Na ’s morgens opgepikt te zijn, trokken we naar de haven om een
bootje naar het startpunt te maken. Hier kregen we eerst ontbijt. Daarna
startte de twee uur durende soft trek op zoek naar de schuchtere zwarte
langstaart aap en de herten die hier leven. Onderweg spotten we heel wat
vogels, zoals ijsvogels, spechten, vinken, ninjavogels en nog veel meer. Onze
gids was telkens dolenthousiast als hij weer een groepje voor ons gespot had.
Na al die jaren nog zo opgaan in je werk, dat heet dan passie. Zijn oog voor
dieren was fenomenaal. Hij zag beestjes die wij zelfs met aanwijzingen met
moeite konden zien. Af en toe zie je ergens in de verder eens wat beweging in
de boomtoppen. Dan was het altijd even stil blijven staan en zien of het
mogelijks de zwarte apen waren. Tot drie maal toe hebben we een familie gespot
in de verte. Aanvankelijk toondden de herten zich niet aan ons. We hadden er
enkel eentje gezien ergens heel ver en geod gecamoufleerd, maar op het einde
van de tocht schoot er opeens een hele groep op een 20-tal meter van ons
voorbij. Hadden ze niet bewogen, dan had ik ze nooit gezien. Op het einde van
de tocht bezochten we het Bali Sterling uitzetpark, waar de erg zelfzame
Balinese spreeuw beschermd wordt. In totaal zijn er nog maar een 150-tal van
deze vogels in het wild op deze aardbol. Op de zwarte markt vangt men tot duizenden
dollar voor een vogel. Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk konden we een
koppetje spotten. Grappig om te zien hoe we allemaal muisstil waren en
stokstijf stonden, zodat we de vogels niet weg zouden jagen.
De avond valt in het Bali Nationale Park |
Soft trek in het Nationale Park |
Familie zwarte langstaart apen |
Daarna stapten we
weer het bootje op voor een korte overtocht naar Manjangan Eiland, alwaar we in
het glasheldere water gingen snorkelen. Vanuit de boot kon je al zien dat het
prachtige ging worden. Gezond koraal, helder waater, veel leven en onderwater
kliffen. Een perfecte locatie om te snorkelen dus. Je vindt er de bekende
clownvisjes (nemo), krokodilvissen, naaldvissen, allerlei soorten kleurige,
tropische vissen en af en toe passeert er een hele school op slechts een
drietal meter. Ook heb ik vier blauwvin tonijnen gespot, toch niet evident.
Hier wil ik zeker eens terugkomen om te duiken! Een absolute aanrader.
Het Dorpsleven
Ondertussen
spendeerde ik enkele dagen in het dorpje Medewi in West-Bali, alwaar ik bij
vrienden kon blijven slapen. Back to basic in een laid back dorpje, een mens
kan het slechter treffen natuurlijk! De omgeving was prachtig en het strand aan
de overkant van de grote straat. Pantai Medewi schijnt een perfecte surflocatie
te zijn, ooit zal ik dit toch eens moeten uittesten. Al moet ik nog steeds
leren surfen. Hier vierde ik ook Nyepi, een erg leuke ervaring. Wat is Nyepi? Hoor ik u denken. Ik leg
het u even kort uit:
Op 21 maart 2015 werd Bali in stilte gehuld. Niemand mag hun huis verlaten en zelfs toeristen moeten in hun hotels blijven. Enkel de Pecalangs (traditionele Balinese beveiliging) mag door de straten dwalen om alle actviteiten die Nyepi kunnen storen een halt toe te zeggen. De hele dag worden de straten gevuld met geblaf van de honden en het geluid van talloze insecten. Een lange, rustige dag op de kalender op een anders zo hectisch eiland. Op Nyepi wordt de wereld gereinigd en start alles opnieuw, het nieuwe jaar van de maankalender begint.
De dag voor Nyepi houden alle dorpen in Bali een enorme
uitdrijvingsceremonie op het hoofdkruispunt van het dorp, de ontmoetingsplaats
van demonen. In de weken ervoor maken ze Ogoh-Ogoh (fantastische monsters of
kwade geesten gemaakt uit bamboe, hout en oude kranten) voor de grote parade.
Deze Ogoh-Ogoh symboliseren de kwade geesten die overal om ons heen zijn en die
moeten verdreven worden uit ons leven. 's Avonds wordt er heel wat lawaai
gemaakt en worden de monsters met fakkels in brand gestoken om de Bhuta Kala,
kwade geesten, te verdrijven.
Dit heb ik dus
allemaal ver weg van de toeristische plaatsen mogen meemaken. De Ogoh-Ogoh
parade was een gekke bedoening waarbij de allerjongsten tot de oudere jeugd
betrokken werd. Uiteraard droegen de jongsten een kleinere Ogoh-Ogoh, maar de
oudere jeugd marcheerde met een gigantisch monster. Alle groepen uit de
verschillende banjar (delen van het
dorp) kwamen samen op het kruispunt en de parade ging eerst naar het strand.
Bij het verlaten van het dorp op de grote baan ging iedereen los en werd er met
de Ogoh-Ogohs wild tekeer gegaan. Vooral bij de oudere jongens was het een
uitbundig spectakel. Alsof de duivel ermee gemoeid was, trok een ware tropische
storm over het dorp. Dit was echter geen domper op de feestvreugde. Later
hoorde ik dat ze al een tijdje aan de arak (plaatselijke alcoholisch brouwsel)
hadden gezeten ter voorbereiding van het hele gebeuren. Ondertussen liep ik
daar in sarong outfit met een t-shirt van ‘South Hell’ – de naam van de
banjar/gang waar mijn vriend woont – en een oranje en groen gespoten baard.
Moest het niet voor mijn witte huid zijn, had niemand kunnen merken dat ik geen
local was. Oja, de camera en gopro waren misschien ook een weggevertje.
Ogoh Ogoh parade van de kleintjes |
De dorpsgek? |
De rijstvelden bij het dorp Medewi |
Vervolgens keerden
we terug naar de crematieplaats in het dorp. Van de monsters bleef tegen die
tijd al niet veel meer over, want er werd nogal hevig getrokken en gesleurd aan
het uit bamboe gemaakte draagstel. Alle Ogoh-Ogohs belandden op een hoop en er
werd een vuurpijl tussen gesmeten. Daarna ging iedereen naar huis om wat te
gokken, te drinken of in hun bed te kruipen. Ik had verwacht dat het een
gigantisch kampvuur ging worden, een drinkgelag met gedans en gespring, maar
dit was niet de traditie. De monsters zijn rondgedragen en kapot en daar moeten
verder geen woorden meer aan vuilgemaakt worden.
De volgende dag was
het dus Nyepi, Dag van de Stilte. Het viel me op dat we wel buiten mochten
komen in het dorp, maar enkel te voet. Nergens zag of hoorde ik motorische
voertuigen. Roepen en lawaai maken was ook uit den boze. Spelende kinderen die
het iets te bont maakten, werden op het matje geroepen. Het zijn enkel de echte
die hards die op deze dag niets doen en zelfs niet mogen eten. In het dorpje
Medewi ging het er rustig aan toe. We bezochten enkele vrienden van mijn
gastheer en af en toe kwam er wat gokken aan te pas. Ik heb het enkel bij
observeren gehouden, maar ken ondertussen wel al twee kaartspelletjes. Volgende
keer waag ik me misschien wel aan een gokje met de locals! Het ging bij de
jeugd vooral om kleingeld (2000 tot 10000 roepiah – nog geen euro), maar bij de
volwassen kon het al eens om vijf euro of meer per inzet gaan. ’s Avonds werd
er niets gedaan. Iedereen bleef gewoon thuis en kroop vroeg zijn bedje in. Het licht mocht niet aan in de
huizen.
Daags erna was het om 5u30 opstaan, want we moesten ons gaan reinigen in de zee. Een heuse
volksverhuizing, want duizenden mensen uit de dorpen gingen naar het strand om
hun gezicht even te wassen. Wij – als ware bad boys – gingen met de scooter met
veel toeters en bellen in kolonne naar de ontmoetingsplaats. Op het strand werd
er een race parcourtje uitgetekend om wat te crossen en wat truukjes te showen.
Toch een erg spirituele ervaring, zo om 6u30 ’s morgens!
Nu is het weer hard werken geblazen en me ondertussen voorbereiden op mijn volgende trip, want die moet tot in de puntjes voorbereid zijn!
Verder heb ik
mijzelf een aquarium aangeschaft en de nodige spullen om de beestjes in leven
te houden. Zelf ingericht met dood koraal die ik op het strand gevonden heb.
Een plaatje, al zeg ik het zelf!