Deze keer ging het om een groep van 28 personen uit het Vlaamse. Een hele hoop dus! Enkele delen van het programma komen overeen, dus daar zal ik niet verder op ingaan in deze entry. Op 6 mei vliegen naar Yogyakarta om de bus te inspecteren en ter plaatse te zien of alles OK is. De volgende dag ’s avonds komt de groep aan. Zorgen dat de kamersleutels en de kamerlijst opgehaald zijn en vooral maken dat ik op tijd in de luchthaven ben om de groep op te vangen. Met verve geslaagd! Een goed begin is het halve werk.
Op naar het hotel voor een late,
maar lekkere maaltijd. De volgende dag vroeg uit de veren om de Borobudur en
een alvast deeltje van Yogya te bezoeken. Alles rustig, alles goed. De dag
nadien was het de beurt aan de rest van de culturele hoofdstad van Java en een
bezoekje aan de dynamische Prambanan tempels, gevolgd door de transfer naar de
luchthaven voor onze vlucht naar Makassar, Sulawesi! Een nieuw eiland om te
ontdekken…
|
De danseressen van de Sultan van Yogyakarta |
|
Uitleg in het Sultan Paleis |
Diezelfde avond (ongeveer 1.5u
later) landden we in Makassar waar we vol enthousiasme ontvangen werden door de
plaatselijke Nederlandstalige gids. Een kort woordje uitleg en dan op naar het
hotel voor het avondmaal. Ikzelf zocht ondertussen een hotelletje in de buurt
om er de korte nacht door te brengen. Na een lange dag kroop ik voldaan mijn
bedje in om de volgende dag weer fris aan de start te komen van een heuse
marathonrit van Makassar naar het immer tot de verbeelding sprekende Torajaland
in Centraal-Sulawesi. Het was natuurlijk geen ritje van A naar B, want dit zou
iets teveel van het goede geweest zijn. Eerst bezochten we het Fort Rotterdam
(uit de Hollandse koloniale periode) en de haven van Makassar met zijn
alombekende Pinisi boten. Een mooi staaltje kolonialisme en wat aloude kunst van
de rederij… een goed begin dus. We reisden in zes minibusjes speciaal gemaakt
voor toeristen (vijf mensen per busje) om de trip zo comfortabel mogelijk te
maken. Onderweg stopten we bij een lokaal fruitkraampje waar we enkele lekkere
pomelo’s proefden en een kijkje mochten nemen in een lokaal huis. Daarna nog
even doorrijden naar Parepare, waar we een smakelijke seafood lunch
voorgeschoteld kregen. We waren nu al even over een derde van de rit. Tijdens
elke stop gaf de gids ook een woordje uitleg over wat we onderweg gezien hebben
en wat we nog zouden zien. Enkele toiletstops en heel wat kilometers later
kwamen we ’s avonds eindelijk aan in het hotel in Rantepao, Torajaland. Een
lekker buffet stond ons op te wachten en de klanten schoven vrijwel meteen aan
tafel. Samen met de gids zocht ik eerst een geschikte plaats om de nacht door
te brengen. Uiteraard weten die gidsen wel waar te gaan en na een maaltijd in
een lokale warung gingen we naar onze guesthouse. De dag zat er op, tijd voor
een dutje dus!
|
De geroemde Pinisi boten |
|
Fort Rotterdam |
|
Een typisch verhoogd huis die langs de hele kust te vinden is |
|
Een hoopje smakelijke pomelo's |
De komende twee dagen stonden ons
fantastisch interessante momenten te wachten, gevuld met cultuur, natuur,
authenticiteit en traditie. We bezoeken ’s morgens een Karbouw (waterbuffel) en zwijnenmarkt. Deze vindt slechts om de zes
dagen plaats, dus we hebben wel wat geluk gehad dat we dit konden meemaken. Er
waren verschillende prijscategorieën: er wordt gekeken naar de vorm van de
horens, de grootte en vooral naar de kleur van de ogen. Er zijn namelijk
waterbuffels met blauwe ogen (niet gezeverd) die meer kosten dan een nieuwe
auto (ook niet gezeverd)! Deze waterbuffel worden enorm goed verzorgd tot hét
moment is aangebroken dat ze geslacht worden als offer voor de overledene. Het
is zo dat in Torajaland de overledene pas mag begraven worden als er genoeg
buffels (en zwijnen) kunnen worden geslacht om het leven in het hiernamaals zo
aangenaam mogelijk te maken. Hoe rijker de familie, hoe meer dieren er geslacht
worden (tot wel 117 waterbuffels!). De dode wordt dus soms een lange tijd – tot
enkele jaren – bij de familie gehouden tot er voldoende geld is verzameld om de
begrafenisceremonie te laten doorgaan. Tot die tijd is die persoon niet dood,
maar een ‘zieke’. Dit kan alvast tellen als binnenkomertje in de tradities van
de Toraja. De gids had enkele mensen erop uitgestuurd om te zien of er nergens
een dodenceremonie aan de gang was en ze hadden een familie gevonden die begonnen was aan dag
één van de zeven volle ceremoniedagen. We hebben op de markt een varken
aangeschaft met de groep en trokken vervolgens naar de dodenceremonie om er het
varken als geschenk aan te bieden. We werden uitgenodigd om even in de VIP
gastruimte plaats te nemen, alwaar een deel van de familie langskwam met
koffie, thee, wat koekjes en de gebruikelijke sigaretten. Daarna werd het zwijn
op een vredige manier geslacht, waarna het zou klaargemaakt worden en
uitgedeeld aan de hele familie en de bezoekers.
|
Waterbuffel markt |
|
Kijk eens diep in zijn blauwe ogen |
|
De eerste dag van een weeklange dodenceremonie |
Vervolgens trokken we naar een
Torajadorp om de typische architectuur van de lokale bevolking te bewonderen.
De typische daken werden vroeger gemaakt van bamboe, maar door de kost en de
vele werkuren die hier inkruipen, zijn de mensen meer en meer over aan het
stappen op golfplaten. Aan de voorkant hangen vele karbouwhoren, die het aantal
dodenceremonies in de familie aanduiden (één hoorn is een ceremonie). Daarna
trokken we richting een ander dorpje om de drie typische manier van begraven te
bekijken: hangend boven de grond in de rotsen, in gaten in de rotsen of in
betonnen gebouwen. Deze laatste is er vooral gekomen door de invloed van het
christendom (de Torajanen zijn protestanten voor de wet). Familieleden worden
in eenzelfde kist verzameld. Wanneer de kisten op de grond vallen en men niet
meer weet tot welke kist de schedels en botten behoren, dan worden die gewoon
bovenop een kist gezet. Dit is geen probleem, want de botten hebben een echte
waarde meer voor de Torajanen. De houten poppen die ze maken (tau tau) zijn
veel belangrijker en zijn de link met de overledene. Toen Sulewesi opkwam als
toeristische bestemming hebben veel westerse toeristen deze poppen helaas
gestolen om ze thuis ergens een plaatsje te geven. Nu is er constant bewaking
om deze traditie toch in ere te houden.
|
Typische Toraja architectuur |
|
De hangende kisten (die reeds naar beneden gevallen zijn) |
|
De heilige tau tau poppen |
|
Menhirs als grafstenen |
|
Hoe hoger het graf, hoe rijker de familie |
Een ander bezoek vandaag was aan
een lokaal weeshuis, waar de kinderen – gekleed in traditionele kledij en
spelend op traditionele bamboe blaasinstrumenten - ons met plezier onthaalden
met een concertje. Het was een heel energetisch optreden en we werden
uitgenodigd om te dansen en te springen met de kinderen. Een leuke manier om de
dag af te sluiten dus! Op naar het hotel voor een aperitiefje, het avondmaal en
ons bedje. Oja, die twee nachten bleef ik trouwens ook in het fijne hotel van
de gasten slapen ;) Best aangenaam!
De volgende dag stond in het
teken van prachtige natuur, een typische lekkere Toraja lunch en een
demonstratie van een hanengevecht (zonder slachtoffers). Hier laat ik de foto’s
voor zich spreken…
|
Sawas of rijstterrassen |
|
Sawas of rijstterrassen |
|
Prachtig panorama enkel te bereiken per minibus |
|
De alomtegenwoordige waterbuffel |
Uiteraard moet er ooit weer
teruggekeerd worden naar huis, Bali. Na een lange rit terug naar Makassar was
het tijd om in te checken, althans voor de groep. Ik bleef nog een dagje langer
in Sulawesi om er het één en ander te bekijken en af te handelen. De groep werd
die avond opgevangen door de plaatselijke Nederlandstalige gids en ik bleef
achter met de vriendelijke gids in Makassar. Hij nodigde me uit bij hem thuis
om kennis te maken met zijn vrouw en dochtertje en om samen iets te gaan eten.
Een nachtje in een hotel om dan de volgende ochtend een erg leuke dagexcursie
te testen op slechts een uurtje rijden van Makassar, namelijk een wandeling in
het Bantimurung Nationale Park in Maros. Hier waren we onderweg ook gestopt met
de groep om er de benen even te strekken met een korte wandeling. Enkele
prachtige rijstvelden, paalwoningen en bizarre rotsformaties waren toen al te
zien. Vandaag trokken we echter dieper het park in tussen de rijstvelden door,
langs een tot voor kort afgesloten dorpje en tussen karststeen rotsen die door
de wind tot hun vreemde en integrerende vormen gehouwen zijn op zoek naar de
prehistorische muurschilderingen in één van de vele grotten in de regio. Er
zijn in feite +100 grotten in het Nationale Park waar muurschilderingen te
vinden zijn, maar de meeste zijn erg moeilijk te bereiken. De twee grootste met
de mooiste tekeningen zijn ondertussen al geclaimd door de regering en hiervoor
wordt tegenwoordig toegangsgeld gevraagd (en het is niet weinig). De grot die
wij opzochten was echter openbaar en je kon er minstens twee handjes en enkele
prehistorische vissen spotten. Daarna wachtte een lokale man (het dorpshoofd
voor de gelegenheid) ons op met een houten kano voor de terugtocht via de
mangrove en bamboebomen. Simpel, maar erg leuk en mooi. Hier kan men ook de
uittocht van tienduizenden vleermuizen spotten die tegen het vallen van de
avond hun grotten verlaten. De gids vertelde me dat de zwarte stroom wel een
uur lang aanhield, ongetwijfeld een spectaculair zicht. Helaas moest ik mijn
vlucht richting Denpasar halen en kon ik niet blijven voor dit natuurfenomeen.
Een andere keer dan maar!
|
De weg naar het Nationale Park |
|
Bizarre rotsformaties door de eeuwen heen gevormd |
|
Er staat een paard in de gang |
|
Prehistorisch handje |
|
Prehistorische vis |
|
Typische paalwoning van de lokale bevolking |
|
Lekker rustig wonen hier |
|
De avond valt over de rijstvelden van het Nationale Park |
In Bali volgde de groep een
beetje de gebruikelijke route, waarvan een heel deel al eerder aan bod kwamen.
Voor dit deeltje vermeld ik even twee leuke activiteiten, namelijk: de dagtocht
met de VW Classic Cars en het olifantenritje in Bali Zoo. We hebben de
Oost-Bali toer beleefd in kolonne in kleurrijke Volkswagen Classics. Een erg
fijne ervaring zeker en vast. Het dak kon zowel open als dicht, naargelang de
wens van de klant. Per twee personen was een auto voorzien en zo reden we langs
zigzaggende baantjes en langs prachtige uitzichten van de ene
bezienswaardigheid naar de andere om dan uiteindelijk in Ubud aan te komen.
Zeker een aanrader voor groepen en voor liefhebbers van old timers of een
rustig ritje in Bali!
Het ritje van een half uurtje met
de olifanten verliep vlotjes. Ik heb me laten vertellen door leden van de groep
dat deze – wat betreft comfort - de meest aangename olifantentocht was die ze
al hadden meegemaakt. Een dikke laag dekens tussen de draagstoel en de kolos
zorgden ervoor dat de schokken goed werden opgevangen voor zowel het comfort
van de passagier als van de olifant zelf. Er werd rekening gehouden met de
grootte van de dieren (en de mensen) en het aantal toertjes die ze al gelopen
hadden om te beslissen of er één of twee personen op zijn rug mochten klimmen.
Dit is wel eens anders in andere landen… Het tochtje ging van de opstapplaats
naar het olifanten verblijf, we gingen even door hun bad zonder nat te worden
en keerden dan terug. Onderweg konden we onder andere genieten van een Orang
Utang, die wat verdwaasd rond stond te gapen met zijn hoofd door een rubberen
band. Verbazend hoeveel ze soms op mensen lijken… Een rustige afsluiter van de
dag en zeker een aanrader voor wie eens dichtbij deze giganten wil komen,
zonder daarvoor hele toeren te moeten uithalen en door rivieren te moeten
ploeteren.
|
Zo leek het inderdaad te zijn voor de relaxte chauffeurs |
|
VW Classics in kolonne naar Ubud |
|
Even een badje nemen |
|
Comfortabel zitten en gaan met die banaan |
Ook bij deze groep heb ik weer
heel wat bijgeleerd. Ik weet weer een beetje meer waar ik op moet letten en wat
er allemaal mogelijks fout kan lopen. Daarnaast is elke groep anders en legt
men andere accenten tijdens hun reis. Best moeilijk voor een gids om zich
hieraan aan te passen en om iedereen tevreden te houden. Elke keer wordt mijn
respect voor deze mensen groter. Ik was een beetje uitgeput na beide groepen,
want als Quality Controller en vertegenwoordiger van je bedrijf moet je telkens vóór de gasten klaarstaan en kan je
pas naar je hotel trekken nadat alle gasten tevreden naar hun kamer zijn
teruggekeerd. Je bent ook het eerste aansprekingspunt in geval van kleine ongemakkelijkheden en dergelijke. Na deze lange dagen nog eens het één en ander bijhouden voor in
het verslag en even uitblazen, dan kom je uit op korte nachten. Maar in
ruil daarvoor heb ik natuurlijk erg veel gezien, lekker gegeten, contacten
gelegd en veel ervaring opgedaan. Klinkt als een goede deal, niet?